Fotoalbum » Amfibieen en reptielen. » Groene kikker in de vijver in de tuin
Groene kikker in de vijver in de tuin
Rana esculenta
Copyright © Jan Vink
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Deze foto mag niet zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt!
Zie voorwaarden voor het gebruik van foto's van deze site.
Groene kikker in de vijver in de tuin
Wetenschappelijke naam: Rana esculenta.
Kikkers behoren, evenals padden en salamanders, tot de amfibieën. Deze dieren leven op het land, maar zijn voor de voortplanting afhankelijk van water. Zij ademen d.m.v. longen en hebben een huid, die eigenlijk vochtig moet blijven. Dit verklaart hun aanwezigheid bij water of het verscholen leven onder allerlei rond slingerend materiaal. Het zijn koudbloedige dieren, die geen constante lichaamstemperatuur hebben. De temperatuur van de omgeving bepaalt hun lichaamstemperatuur. Om actief te kunnen worden of zijn, moet het lichaam opwarmen. Hiervoor wordt de zon opgezocht. Na zo'n zonnebad kan een amfibie weer aan de slag.
In het voorjaar zoeken de mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Heel bekend is de paddentrek. De kleinere mannetjes liften vaak al een behoorlijke afstand mee op de rug van een vrouwtje. Eenmaal bij het water aangekomen zet zij haar eitjes af, waarna deze door het mannetjes bevrucht worden. Tijdens deze trek, die het liefst in de duisternis en onder vochtige omstandigheden plaatsvindt, werden in het verleden heel veel dieren doodgereden. Door de aanleg van tunnels en de hulp van vrijwilligers (vangen en overzetten) vallen er nu veel minder slachtoffers onder de amfibieën.
Na verloop van tijd kruipen de larven (kikkervisjes of donderkopjes en paddenvisjes) uit de klomp eitjes; het dril. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor de salamanders. Deze diertjes hebben allemaal uitwendige kieuwen en leven de eerste tijd als waterdier. Pas na enige tijd ontwikkelen zich de pootjes en verliest de larve zijn kieuwen. Dan wordt er ook overgeschakeld op de ademhaling uit de lucht, dus door longen. De staart verdwijnt spoedig daarna. Als mini-amfibietje zetten de diertjes hun eerste schreden op het droge. Kunnen ze niet op eigen kracht uit het water of op een vaste, droge plek komen, dan zullen de overigens goede zwemmers jammerlijk verdrinken.
Foto gemaakt op: 14-04-2007
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: jpeg !
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 7.1
Focuslengte: 363 mm.
Sluitertijd: 1/250
ISO: 200
Statief: Monopod
Wetenschappelijke naam: Rana esculenta.
Kikkers behoren, evenals padden en salamanders, tot de amfibieën. Deze dieren leven op het land, maar zijn voor de voortplanting afhankelijk van water. Zij ademen d.m.v. longen en hebben een huid, die eigenlijk vochtig moet blijven. Dit verklaart hun aanwezigheid bij water of het verscholen leven onder allerlei rond slingerend materiaal. Het zijn koudbloedige dieren, die geen constante lichaamstemperatuur hebben. De temperatuur van de omgeving bepaalt hun lichaamstemperatuur. Om actief te kunnen worden of zijn, moet het lichaam opwarmen. Hiervoor wordt de zon opgezocht. Na zo'n zonnebad kan een amfibie weer aan de slag.
In het voorjaar zoeken de mannetjes en vrouwtjes elkaar op. Heel bekend is de paddentrek. De kleinere mannetjes liften vaak al een behoorlijke afstand mee op de rug van een vrouwtje. Eenmaal bij het water aangekomen zet zij haar eitjes af, waarna deze door het mannetjes bevrucht worden. Tijdens deze trek, die het liefst in de duisternis en onder vochtige omstandigheden plaatsvindt, werden in het verleden heel veel dieren doodgereden. Door de aanleg van tunnels en de hulp van vrijwilligers (vangen en overzetten) vallen er nu veel minder slachtoffers onder de amfibieën.
Na verloop van tijd kruipen de larven (kikkervisjes of donderkopjes en paddenvisjes) uit de klomp eitjes; het dril. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor de salamanders. Deze diertjes hebben allemaal uitwendige kieuwen en leven de eerste tijd als waterdier. Pas na enige tijd ontwikkelen zich de pootjes en verliest de larve zijn kieuwen. Dan wordt er ook overgeschakeld op de ademhaling uit de lucht, dus door longen. De staart verdwijnt spoedig daarna. Als mini-amfibietje zetten de diertjes hun eerste schreden op het droge. Kunnen ze niet op eigen kracht uit het water of op een vaste, droge plek komen, dan zullen de overigens goede zwemmers jammerlijk verdrinken.
Foto gemaakt op: 14-04-2007
Afmeting: 2560x1920 pixels / 21,67x16,26 cm
Bestanden: jpeg !
Camera: Olympus E1
Gebruikte lens: Sigma 50-500 mm, four-thirds
Diafragma: 7.1
Focuslengte: 363 mm.
Sluitertijd: 1/250
ISO: 200
Statief: Monopod